Willem de Fesch was een virtuoze Nederlandse violist en componist. De Fesch was een leerling van Karel Rosier, vice-kapelmeester in Bonn en trouwde later met zijn dochter Maria Anna Rosier. De Fesch was tussen 1710 en 1725 actief in Amsterdam. Van 1725 tot 1731 was hij kapelmeester van de Antwerpse kathedraal. Daarna verhuisde hij naar Londen, waar hij concerten gaf en in 1746 violone speelde in Händels orkest. In 1748 en 1749 dirigeerde hij in Marylebone Gardens. Na 1750 heeft hij blijkbaar geen publieke optredens meer gegeven. Tot zijn werken behoorden onder meer de oratoria Judith (1732) en Joseph (1746), maar ook kamerduetten, solo- en triosonates, concerten en deelliederen. Men dacht dat beide oratoria verloren waren gegaan totdat in 1980 een kopie van een manuscript van "Joseph" werd gevonden in de Royal Academy of Music in Londen. De muziek van De Fesch werd beïnvloed door de Italianen, vooral door Vivaldi, en door Händel.