Philip van Wilder was een Zuid-Nederlandse luitist en componist, actief in Engeland. Net als Peter van Wilder, die ook aan het Tudor-hof werkte en vermoedelijk familie van hem was, werd Philip waarschijnlijk geboren in Millam, nabij Wormhout, of in het nabijgelegen dorp Wylder ("Wilder" in het Nederlands). Een aantekening in het Italiaans in de Jacobijnse partituurboekbundel GB-Lbl Egerton 3665 beschrijft hem als "Meester Filips van Vlaanderen, muzikant van koning Hendrik VIII, die rond het jaar 1520 in Engeland woonde". Hij was zeker in 1522 in Londen, woonde in de parochie van St Olave's Hart Street (dicht bij de Tower of London) en had £ 60 "aan goodes" en £ 48 "aan vergoedingen". De rechtbankrekeningen voor het jaar 1525-1526 beschrijven hem als "mynstrell"; hij werd later "lewter" genoemd. Van Wilder bevorderde gestaag zijn positie aan het Tudor-hof. In 1529 was hij lid van de Privy Chamber, de selecte groep muzikanten die privé voor de koning speelden. Hij was ook actief als koopman, kreeg een vergunning om Toulouse-wede en Gascon-wijn te importeren, en bij de aankoop van instrumenten voor het hof.