Manuel Rodrigues Coelho was een Portugese organist en componist. Hij is de eerste belangrijke Iberische klaviercomponist sinds Cabezón. Coelho werd rond 1555 in Elvas geboren en kreeg waarschijnlijk vroeg onderwijs in de kathedraal van Elvas. Mogelijk heeft hij ook gestudeerd aan de kathedraal van Badajoz, waar hij van 1573 tot 1577 als organist werkte. Op een bepaald moment in de jaren tachtig keerde Coelho terug naar Elvas en werkte daar in de kathedraal. Hij verliet de post in 1602 nadat hij hoforganist in Lissabon was geworden. Hij stierf in 1635, waarschijnlijk in Lissabon. De overgebleven werken van de componist zijn bewaard gebleven in een prent uit 1620 Flores de musica pera o instrumento de tecla & harpa, gepubliceerd in Lissabon. De collectie, gewijd aan Filips II van Portugal, is de oudste nog bestaande Portugese toetsenbordafdruk. Het bevat 24 tientos, 101 liturgische orgelversets (kyries en hymne-zettingen), vier zettingen van de Spaans/Mozarabische versie van Pange lingua, en vier intabulaties van Lassus' Susanne ung jour. Deze grote collectie is waarschijnlijk een compilatie van eerder gecomponeerd materiaal. Coelho's belangrijkste composities zijn zijn tientos, zeer lange (gemiddeld 200-300 maten) stukken met meerdere secties. Imitatief contrapunt speelt daarin een ondergeschikte rol, terwijl motivische figuren en figuratie, kenmerken van de barokstijl, op de voorgrond staan. De harmonische taal is eenvoudig en helder en staat in schril contrast met de hedendaagse Italiaanse componisten (oa Ascanio Mayone, Giovanni Maria Trabaci en Girolamo Frescobaldi); de contrapuntische technieken doen denken aan Sweelinck. Coelho's liturgische stukken zijn minder sierlijk en gebruiken over het algemeen een strikter contrapunt. Ze omvatten een groep van 23 versets para se cantarem ao órgâo, "voor zingen voor het orgel", die allemaal bestaan uit een zanglijn met orgelbegeleiding.