Alexander Ernst Fesca was een Duitse componist en pianist. kreeg zijn eerste lessen van zijn vader en debuteerde op 11-jarige leeftijd als pianist in zijn geboorteplaats. Op 14-jarige leeftijd studeerde hij af in compositie aan de Koninklijke Academie voor de Kunsten in Berlijn. Zijn leraren waren onder meer August Wilhelm Bach (1796–1869), Wilhelm Taubert (1811–1891) en Carl Friedrich Rungenhagen (1778–1851). In 1838 keerde hij terug naar Karlsruhe. In hetzelfde jaar behaalde hij zijn eerste succes met de operette "Mariette". Fesca werd tijdens zijn korte leven vooral bekend door zijn liedjes en pianostukken waarin zijn talent gepaard gaat met een zekere muzikale lichtheid. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom sommige muziekwetenschappers het ‘diepere niveau’ en de ‘artistieke ernst’ van zijn werken ontkennen. In 1841 werd zijn opera ‘De Fransen in Spanje’ met groot succes opgevoerd. In hetzelfde jaar benoemde Prins Egon von Furstenberg Fesca tot Kamervirtuoos. Vanaf 1842 vestigde hij zich in Brunswijk. In het plaatselijke gerechtstheater ging op 25 juli 1847 het belangrijkste werk van Fesca in première, de heroïsch-romantische opera "Il Trovatore" in vijf bedrijven, met een libretto van Frederick Schmetzer. Op 22 februari 1849 stierf Alexander Ernst Fesca, 28 jaar oud, in Braunschweig aan een longziekte.