Fréderic Chopin schreef zijn Tarantelle voor pianosolo, Op. 43, in 1841. Het werd datzelfde jaar gepubliceerd. Het stuk is in de toonsoort As majeur, gemarkeerd met Presto, en wordt als technisch veeleisend beschouwd. Het is geïnspireerd op 'La Danza' van Gioachino Rossini, eveneens geschreven in het karakteristieke 6/8 ritme van de tarantella. Het werk leek de vrucht te zijn van Chopins experimenten: Schumman prees het terwijl hij het omschreef als 'extravagant', en er is geen bewijs dat het aan wie dan ook was opgedragen of in opdracht was gemaakt. Hoewel Chopin er erg kritisch over was, werd het in de 20e eeuw een favoriet bij opnames.