Johann Sebastian Bach schreef zijn Partita in D mineur voor viool solo, BWV 1004, van het jaar 1717 tot 1723. Er is gesuggereerd dat deze partita, en vooral het laatste deel, werd opgevat als een tombeau ter nagedachtenis aan Bachs eerste vrouw Maria Barbara Bach (overleden in 1720). De partita bevat vijf delen, in het Italiaans weergegeven als: Allemanda, Corrente, Sarabanda, Giga en Caccona.