Johann Sebastian Bach componeerde zijn klavecimbelconcert nr. 6 in 1738. Het werk beslaat drie delen en is in de toonsoort F majeur. Zoals veel van zijn klavecimbelconcerten was dit eigenlijk een bewerking van een stuk voor een melodisch instrument, in dit geval van het Brandenburgse Concert nr. 4 (BWV 1049) met een viool en twee blokfluiten. Bach liet de fluitpartijen ongewijzigd en schreef de klavecimbelpartij als een combinatie van het vioolmateriaal uit het originele concerto en een uitgeschreven continuo. Het concert werd voor het eerst gepubliceerd in 1851.