De tragische ouverture, op. 81, is een concertouverture voor orkest, geschreven door Johannes Brahms in 1880 en ging in hetzelfde jaar in première. In essentie is het een vrijstaand symfonisch deel, dat als contrast fungeert met de Academische Festivalouverture. Ondanks de naam volgt de Tragische Overture geen specifiek dramatisch programma, omdat Brahms niet erg geïnteresseerd was in het vertellen van muzikale verhalen en zich meer bezighield met het overbrengen en opwekken van emotionele indrukken. Het werk is gescoord voor piccolo, twee fluiten, twee hobo's, twee klarinetten. , twee fagotten, vier hoorns, twee trompetten, drie trombones, tuba, pauken en strijkers. De meeste optredens duren tussen de twaalf en vijftien minuten.