Johannes Brahms voltooide zijn Kwartet nr. 1 in C minor in 1873, en publiceerde het samen met zijn tweede kwartet als Op. 51. Brahms beschouwde het strijkkwartet, samen met de symfonie, als een zeer belangrijk genre (waarbij Beethovens werken op dit gebied als definitief werden beschouwd en een verlammende invloed op hem uitoefenden). Naar verluidt vernietigde hij zo'n twintig strijkkwartetten voordat hij de twee Op. Er zullen 51 kwartetten worden gepubliceerd. Hij schreef de stukken langzaam, met veel oefenruns en minstens één geheime uitvoering, waarna Brahms delen van de muziek herschreef. Ze zijn opgedragen aan zijn vriend Theodor Billroth. De nee. 1 kwartet is opmerkelijk vanwege zijn organische eenheid en vanwege de harmonisch verfijnde, ‘orkestraal geneigde’ uiterlijke delen die de meer intieme innerlijke delen ondersteunen. Structureel en thematisch toont het eerste deel de invloed van Schuberts Quartettsatz, D. 703, ook in C mineur. Het kwartet bestaat uit vier delen.